Regie: Jan de Bont | Duur: 113 minuten | Taal: Engels | Kijkwijzer: 12 jaar

Camera

Stormachtige ontwikkelingen in Twister van Jan de Bont (1943), die geruime tijd cameraman was alvorens hij in Hollywood als regisseur succesvol debuteerde met Speed (1994). En ook Twister, twee jaar later, werd lovend ontvangen door zowel filmcritici als het grote publiek. Vooral vanwege de fraaie special effects. Staan die nog steeds overeind, nu vijfentwintig jaar later? Jazeker! Wat beslist niet overeind blijft staan in de film: alles wat onderhevig is aan harde wind.

Bill Harding (Bill Paxton) en zijn vrouw Jo (Helen Hunt) zijn twee tornadojagers die in scheiding liggen; een handtekening van Jo onder de scheidingspapieren is de laatste formaliteit die vereist is. Hiertoe gaat Bill, vergezeld van zijn nieuwe vriendin Melissa (Jami Gertz), langs bij Jo. Maar eenmaal ter plekke (Tornado Alley vormt het hart van de actie in Twister) slaat het weer om en worden Bill en Melissa meegezogen in een rits spectaculaire gebeurtenissen.

Je hoeft Twister niet te kijken omdat het verhaal nou zo geweldig is; het plot is nogal ‘cheesy’. Maar waarom blijft deze ‘goedkope’ prent mij dan toch boeien, keer op keer? In eerste instantie omdat ik extreem weer (onweer vooral) fascinerend vind. Nooit zal ik vergeten hoe nietig dit mannetje zich voelde toen op een druilerige novemberavond in 1983 de bliksem voor zijn ogen insloeg. Wat een licht, wat een klap. Niet te filmen. Twister doet me aan die tijd denken. “Those were the days”, zei mijn vader dikwijls over de tijden waar híj wel eens naar terugverlangde.

Mijn nostalgie dikt aan door de aanwezigheid van een tweetal acteurs die inmiddels niet meer onder ons zijn. Twee heren waar ik een zwak voor heb. Bill Paxton overleed in 2017 (61) en Philip Seymour Hoffman in 2014, slechts 46 jaar oud. In Twister zien we de nog jonge Seymour Hoffman als Dusty. Een heerlijke bijrol. Hij krijgt van De Bont alle gelegenheid om de nar van het sowieso kleurrijke gezelschap tornadojagers te spelen. De Suck Zone, legt Dusty bloedserieus aan Melissa uit, is de plek waar de tornado je opzuigt. Weet u dat alvast.

De passie, bijna bezetenheid, van het stel tornadojagers (prima casting) is bijzonder aanstekelijk. Dusty is de leukste, maar ook Alan Ruck (‘Rabbit’) doet een kleine doch fijne duit in het zakje. Hij is de navigator van het rock-‘n-roll-ensemble. “Roll the maps”, dicteert hij collega Sanders die de kaarten juist constant (op)vouwt. En aan kop van het zooitje weerpiraten staan twee kemphanen: Jo en Bill. Constant vliegen de bijna-exen elkaar in de haren. De chemie tussen de kissebissende kleuters kietelt vooral de lachspieren; erg diepzinnig wordt het allemaal niet. Alhoewel Jo wel met een trauma heeft af te rekenen, getuige de heftige openingsscène van Twister.

Twister is een tikkeltje platvloerse, maar charmante ode aan de begeestering. Mocht je weinig of niets hebben met rampenfilms, weet dan dat er in ieder geval zat te lachen valt. Om Dusty dus, maar ook om dr. Melissa Reeves. In de ogen van Hyacinth Bouquet zal ze vast de ideale schoondochter zijn, maar wat de keurige vruchtbaarheidstherapeute in het ruige Twister te zoeken heeft? Raadselachtig. Heel ‘vruchtbaar’ is haar bijdrage niet. Hetzelfde geldt voor Bill’s tegenstrever Jonas Miller (Cary Elwes). De poenige gladjanus bestudeert ook tornado’s, wil Bill te slim af zijn, maar betaalt uiteindelijk een hoge prijs voor zijn arrogantie.

Verre van ‘cheesy’ in de film zijn de special effects; de Oscarnominatie hiervoor kwam dan ook niet uit de lucht vallen. Echter, Twister legde het in die categorie af tegen de enkele maanden later verschijnende blockbuster Independence Day. Dat neemt niet weg dat de scène waarin een drive-inbioscoop door een tornado aan stukken wordt gescheurd ronduit fantastisch is. Temeer omdat op dat moment The Shining (1980) van Stanley Kubrick wordt vertoond. Bulderende winden en een manisch hakkende Jack Nicholson op het witte doek: prachtig! Vijfentwintig jaar na zijn release is Twister nog altijd wervelend popcornamusement.