Regie: Richard Linklater | Duur: 165 minuten | Taal: Engels | Kijkwijzer: 6 jaar
Boyhood is van Richard Linklater, regisseur van Before Sunrise (1995), Before Sunset (2004) en Before Midnight (2013). Julie Delpy en Ethan Hawke dragen dit boeiende drieluik over de liefde waarvan de vertelde tijd omstreeks negentien jaar beslaat.
Ook Boyhood heeft een lange verhaallijn, met het verschil dat er voor deze productie doorlopend en gedurende twaalf jaar met dezelfde acteurs werd gefilmd. Het resultaat is een epos zonder precedent waarin de kijker een openhartige blik in het (familie)leven van hoofdpersoon Mason (Ellar Coltrane) wordt gegund. Ethan Hawke vertoont opnieuw zijn kunsten, dit keer als vader van Mason. Patricia Arquette speelt Masons moeder Olivia.
Twaalf jaar aan filmmateriaal comprimeert Linklater tot een rake synthese van 165 minuten, waarin we Mason volgen vanaf zijn zesde levensjaar tot het moment dat hij naar de universiteit gaat. Van een onschuldig knulletje dat op de lagere school zijn huiswerk niet inlevert, volgroeit hij tot jongvolwassen vent die zijn artistieke roeping vertaalt in liefde voor fotografie. De film geeft een compleet beeld van jong zijn, van ontluiken, en schetst daarnaast een specifiek tijdsbeeld. Boyhood is feitelijk één lange herinnering. Aan gewone gezinstaferelen, nationale tradities en aan het sociaal-politieke landschap ten tijde van de opnames.
In veel van zijn films verwerkt Linklater het fenomeen tijd in relatie tot het welbevinden en het maatschappelijk succes van het individu. Zo spreken Celine en Jesse tegen het einde van Before Sunrise af elkaar precies zes maanden later op station Wenen weer te treffen. Om in Before Midnight hun zogenaamd geslaagde leven flink onder de loep te nemen. Twee personages in Boyhood doen dat ook. Mason vraagt zich op een gegeven moment af wat de zin van alles is en Olivia verkondigt snikkend dat ze meer van het leven had verwacht.
“Life is what happens to you while you’re busy making other plans.” Te denken de regie van je leven volledig in eigen handen te hebben, is buiten John Lennons woorden rekenen. De laatste scène herbergt in dit verband het wijste inzicht: terwijl de mens meent het moment te moeten grijpen, is het eerder het moment dat de mens grijpt.