Regie: Craig Gillespie | Duur: 120 minuten | Taal: Engels | Kijkwijzer: 16 jaar
Voormalig kunstschaatsster Tonya Harding schreef geschiedenis toen ze in 1991 als eerste Amerikaanse vrouw een drievoudige axel uitvoerde. En ze straalde, geliefd als ze zich plotseling voelde. Maar drie jaar later hing de vlag er heel anders bij: na de Olympische Winterspelen in Lillehammer werd ze voor het leven geschorst. Het hoe en waarom van haar tragische val tekent regisseur Craig Gillespie op in het wervelende I, Tonya.
Tonya (Margot Robbie) is een natuurtalent en niets lijkt haar een glanscarrière in de weg te staan. Maar het meisje uit Oregon is bepaald niet van goede komaf; haar vulgaire outfits en gedrag zijn de keurige schaatswereld een doorn in het oog. Omringd door idioten, met goede en slechte bedoelingen, wordt ze meegezogen in een complot om haar grote rivale (de engelachtige Nancy Kerrigan) de voet dwars te zetten.
“Suck my dick!” bijt Tonya de jury toe in de film. “Had ik dat maar echt gezegd”, was volgens Robbie de reactie van Harding, die zeer onder de indruk was van I, Tonya. Als de voortekenen niet bedriegen, gaat de film met minstens één Oscar naar huis. Grote kans dat Robbie die wint, want de Australische actrice speelt grandioos. De kansarme Tonya dwingt een enorme compassie af. Ze is deels dader, maar vooral het slachtoffer van een verziekte jeugd. En later van haar entourage, een stel zeldzame klunzen bij elkaar. Continu moet ze zich hiertegen wapenen. Gescheld en fysiek geweld knallen dan ook van het doek.
Gaat de Oscar niet naar Robbie, dan toch zeker wel naar Allison Janney. Als Tonya’s moeder LaVona blaast de actrice je keihard omver. Mijn god, wat speelt zij monsterlijk goed! Alsof er puur vergif door haar aderen stroomt. Eens te meer besef je dat de appel niet ver van de boom valt. “You cursed me” is Tonya’s verwijt aan haar adres. Een helse erfenis, klevend als pek.
De klasse van I, Tonya beperkt zich niet tot het acteerwerk alleen. Het spitse script wisselt hartverscheurend drama af met dolkomische momenten. Meermaals richten de personages zich ook rechtstreeks tot de kijker (het doorbreken van de vierde wand), of beschouwen ze de gebeurtenissen in gereconstrueerde interviewfragmenten. Alle credits voor Tatiana S. Riegel, wier fantastische montage de lijm is tussen de diverse invalshoeken en vertelvormen.
Harding: “There’s no such thing as truth. That’s bullshit.” Daarom nagelt Gillespie ook niemand aan het kruis in de foutloze kür die zijn biopic is. De film is geworden zoals hij bedoeld is: niet een waarheidsgetrouw, maar een werkelijkheidsgetrouw portret van een rafelige fee op twee ijzers.