Regie: Scott Cooper | Duur: 134 minuten | Taal: Engels, Cheyenne, Frans | Kijkwijzer: 16 jaar

Camera

Hostiles krachtig samengevat: meedogenloos mooi. De zuinige IMDb-metascore (6.5) valt mij dan ook in negatieve zin op. Niet voor het eerst vraag ik me af hoe de kenners gekeken hebben. Met het hart geblinddoekt, denk ik. Maar zet je je voelsprieten wel op scherp, dan moet je vaststellen dat Hostiles een masterclass cinema is. Tot mijn verbijstering won hij slechts vier bescheiden filmprijzen. Het pedante Hollywood liep kennelijk niet warm voor het meesterwerk van Scott Cooper; de eerste stoeptegel van The Hollywood Walk of Shame is bij deze gelegd.

Amerika, 1892. Legerkapitein Joseph Blocker (Christian Bale) krijgt tot zijn afschuw de opdracht om het Cheyenne-opperhoofd Yellow Hawk (Wes Studi) en zijn familie te escorteren naar hun geboortegrond: The Valley of the Bears in de staat Montana. Tijdens de gevaarlijke tocht, met als startpunt de geïsoleerde legerpost Fort Berringer (New Mexico), stuit het reisgezelschap op Rosalee Quaid (Rosamund Pike), wier gezin voor haar ogen is vermoord door leden van de Comanche-stam.

Dik twee uur lang zit ik als geketend voor het televisiescherm. Gegijzeld door Hostiles. In jaren niet zo’n indrukwekkende film gezien. Stel je in op een heftige thematiek en indringend beeldmateriaal. Maar dat offer loont, wat heet. En opdat je niet a priori afhaakt, is het wijs om te vermelden dat verzoening de grondtoon van deze sublieme western is. Verzoening en heling tussen de rivalen Joseph (Joe) en chief Yellow Hawk. “Kijk niet achterom, mijn vriend. Ga op een goede manier. Een stuk van mij gaat met jou dood.”

Hostiles is de welhaast gedwongen verzoening met de dood, zijnde een logisch gevolg van de repressie waar de film je op niet mis te verstane wijze mee confronteert. De beginscène, een kerf in je ziel, is exemplarisch voor die repressie. Voor de blinde nijd waarmee die gepaard gaat. Een waarschuwing voor de heftigheid van de beelden is op zijn plaats. Niet voor niets begint de film met de voorspellende woorden van de Britse schrijver en globetrotter D.H. Lawrence: “The essential American soul is hard, isolate, stoic, and a killer. It has never yet melted.”

De bloedige (en ook spannende) ouverture van Hostiles is niet los te zien van de scène die volgt. Joe zit daarin op zijn paard. Stoïcijns overziet hij het gebeuren waarbij een indiaan het slachtoffer is van een sadistisch spel. Een vertwijfeld snikkende vrouw en haar kind kijken machteloos toe. Hierop werpt Joe’s collega Thomas Metz zijn baas voorzichtig een bedenkelijke blik toe. Haat transformeert de mens tot een beestachtig creatuur, luidt Coopers pregnante boodschap met de twee scènes die overduidelijk elkaars spiegelbeeld zijn.

Ik noemde Thomas Metz (Tommy) al even, heel mooi gespeeld door Rory Cochrane. Het heilige vuur is dovende in de fors bebaarde soldaat met de melancholische blik. Metz is het meest doorleefde personage in Hostiles, omdat de morele ontkoppeling hem zwaar valt. Steeds zwaarder valt. Machtig is de scène waarin hij, bij stromende regen, Joe bekent niets meer te voelen. Waarna hij zich naar de tent van chief Yellow Hawk begeeft en, op zijn knieën, hem om vergiffenis vraagt voor het onbeschrijflijke leed dat de indianen is aangedaan.

Van een knagend geweten heeft de geharde Joe Blocker weinig last, in het begin dan. Christian Bale is vorstelijk goed als een in zichzelf gekeerde leider met een versteende woede. Een man met een “war bag of reasons” om indianen hartgrondig te haten. Joe, aandachtig lezer van Julius Caesars Commentarii de bello Gallico, smijt niet met woorden (alsof zijn weelderige snor als een slot op de deur fungeert), maar precies die eigenschap maakt dat men vertrouwt op zijn inzichten, dat zijn droge bevelen zonder tegensputteren worden opgevolgd. Significant moment in de film is zijn ontmoeting met de getraumatiseerde Rosalee; een onvergetelijke scène in een zwartgeblakerd decor. Waarna de krijger van beton ook andere kanten van zichzelf toont: empathie, zachtheid, in tranen gegoten verdriet.

“Een groot mens heeft twee harten”, stelde schrijver en mysticus Kahlil Gibran. “Het ene bloedt en het andere verdraagt.” Rosalee Quaid is zo’n mens. Compleet gebroken werpt de jonge vrouw zich desalniettemin op als een bruggenbouwer. Ze is de heks (in de goede zin van het woord) die in een arena vol dood en verderf een veiliger klimaat schept, zodat ruimte ontstaat voor een vleugje echt contact tussen het bonte ensemble verwonde zielen. Rosalee weet mensen met elkaar te verbinden, en ze doet dat vooral woordeloos. Subtiel. Symbolisch startschot van dit proces is de jurk die ze cadeau krijgt van een van de indiaanse vrouwen.

Een hyperpatriarchaal systeem waarbinnen de vrouw opstaat: Rosalee is in zekere zin de redder van Joe, tegelijkertijd realiseert ze haar eigen ‘opstanding’. Rosamund Pike (1979) staat na Hostiles in mijn filmgeheugen gegrift; ze heeft er een vaste plek in de ereloge. Mijn hemel, wat speelt de Britse actrice fantastisch. Alsof je eigen leven acuut op het spel staat, zo voelt het wanneer Rosalee in de openingsscène op het nippertje uit het gezichtsveld van een moordlustige ‘roodhuid’ weet te blijven. Later moet ik slikken bij de wanhopige, van pijn doortrokken huilkreet die ze slaakt als het haar niet lukt eigenhandig een gat in de grond te graven. En wat denkt u van de slotscène, wanneer ze afscheid neemt van Joe? My god.

Never Goodbye is de titel van het prachtige stuk muziek in die slotscène. Wat betreft de soundtrack in zijn geheel: niet eerder registreerde mijn oren noten zó schoon. Behalve Oscars voor Bale en Pike had de uit een klassieke muziekschool afkomstige componist Max Richter ook een beeldje verdiend. Hij kreeg hem dus niet. Een heus standbeeld dan maar? Voor de hele crew welteverstaan. Ook vanwege het knappe camerawerk en een belichting à la The Revenant (2015). Die twee elementen dragen in hoge mate bij aan de beleving. Je zit niet zomaar naar een filmpje te kijken, Hostiles is zélf de dorre binnenlanden van West-Amerika ervaren. Is kruitdampen ruiken, kogels voelen, bloed proeven. Afzien en janken. Een existentialistisch gevecht dat je sprakeloos achterlaat.