Regie: Baltasar Kormákur | Duur: 121 minuten | Taal: Engels & Russisch | Kijkwijzer: 12 jaar
In de veertig jaar nadat Edmund Hillary en Tenzing Norgay in 1953 als eersten Mount Everest beklommen, deden alleen de beste beroepsklimmers een poging. Onder hen was Nieuw-Zeelander Rob Hall die in 1992 begon met het commercieel gidsen voor amateurklimmers. Vier jaar lang ging dat goed. Maar op zaterdag 11 mei 1996 slaat het noodlot toe. Hall en collega Scott Fischer (Jake Gyllenhaal) leiden die dag twee verschillende expedities naar de top van de Himalayareus, wanneer ze met een drastische weersomslag te maken krijgen. Everest vertelt de gebeurtenissen die de geschiedenis ingingen als de ‘1996 Everest disaster.’
Regisseur Baltasar Kormákur realiseert met Everest een indrukwekkend staaltje van menselijk kunnen. De productie van zijn film was namelijk een expeditie op zich. Zo werd er gefilmd tot op een hoogte van 4900 meter en was het tijdens de eerste filmdag -30 graden Celsius. Tweehonderd helikopterlandingen waren nodig voor de bevoorrading van de crew. De logistieke mega-operatie en de ijzige omstandigheden sorteerden als vanzelf het gewenste acteerwerk van de cast. Dit geldt voor zowel de waaghalzen als de coördinatoren in het basiskamp. Drie personages springen eruit: Rob Hall (Jason Clarke), Beck Weathers (Josh Brolin) en Helen Wilton (Emily Watson) verbeelden de enorme teamspirit het meest treffend.
Niettemin: wat bezielt iemand om zich naar de kruishoogte van een Boeing 747 te begeven? Weegt de kick van die krankzinnige onderneming op tegen de hoge risico’s? En wat betekent dit voor de achterblijvers? Everest geeft slechts ten dele antwoord op die vragen. Op de vraag of we niet zijn doorgeslagen in de commercialisering van een plek waar de mens niets te zoeken heeft, blijft Kormákur het expliciete antwoord schuldig.
Het is bibberen geblazen tijdens Everest, waarin het draait om ‘altitude’ en ‘attitude’. Maar zoals een van de klimmers terecht zegt: “De berg heeft altijd het laatste woord.” Niet zo vreemd dus dat hoogmoed voor de val komt. Die constatering leidt echter niet tot conclusies omtrent de ethische kanten van de bergsport; een misser in deze meeslepende metafoor voor ambitie.