Regie: Paul Schrader | Duur: 94 minuten | Taal: Engels | Kijkwijzer: 16 jaar
In de persoon van Evan Lake (Nicolas Cage) gaat Amerika, toonbeeld van normbesef, beschaving en vaderlandsliefde, de strijd aan met het kwaad. Verder dan deze simplificatie reikt de graatmagere thriller Dying of the Light niet. Komt dit omdat producent Grindstone de film zonder medewerking van regisseur Paul Schrader hermonteerde? Feit is dat er een verbod zou moeten komen op dit soort rommel. Per slot van rekening slaan we elkaar al tweeduizend jaar de hersens in en is het de hoogste tijd voor een nieuw paradigma. Dying of the Light weerspiegelt het ‘oude’ wereldbeeld en verveelt daarnaast mateloos.
Vlak voor zijn gedwongen pensioen komt CIA’er Evan Lake erachter dat zijn grootste vijand Mohammed Banir (Alexander Karim) nog in leven is. Met deze Banir heeft hij een appeltje te schillen, maar de Amerikaanse inlichtingendienst verbiedt de aan dementie lijdende Evan om de zaak te heropenen. Uiteraard laat hij het er niet bij zitten en met hulp van zijn protegé Milton (Anton Yelchin) spoort hij de terrorist op.
In alle opzichten smaakt Dying of the Light naar plastic. Het plot is erg doorzichtig en kent een waardeloze ontknoping. Nicolas Cage speelt een verzuurde workaholic die in niets aan een geheim agent doet denken. Het oogt ongeïnspireerd wat de gevestigde Hollywoodacteur, ooit winnaar van een Oscar, laat zien. Hij doet er verstandig aan niet langer zijn naam aan dit soort B-films te verbinden of gewoon te stoppen. Anton Yelchin misstaat niet in de cast die louter uit rubberen poppen bestaat. De goedwillende Milton heeft veel weg van een koorknaap die praat alsof hij een natte prop schuurpapier in de keel heeft.
Wraakzucht is een destructieve energie. Dat is de enige relevante conclusie die de kijker uit deze prul kan trekken. Ik sluit mij van harte aan bij Paul Schrader die, nadat zijn film was uitgekomen, het publiek verzocht deze te negeren.