Regie: Lukas Dhont | Duur: 105 minuten | Taal: Frans, Vlaams & Nederlands | Kijkwijzer: 12 jaar

Camera

Eden Dambrine: de Mozart van het filmdoek. De Belgische knul is pas 15 jaar oud en had voorafgaand aan zijn rol in Close nog nooit geacteerd. Maar door zijn fenomenale spel in het aangrijpende coming-of-agedrama van de Vlaamse regisseur en scenarist Lukas Dhont (1991), geroemd om zijn speelfilmdebuut Girl (2018), zou het zomaar kunnen dat onze zuiderburen op zondag 12 maart 2023 de Academy Award voor de Beste Buitenlandse Film winnen. En kijk niet vreemd op als Dambrine met een Oscar voor zijn spel de kroon op een jongensboek zet.

Close portretteert de 13-jarige boezemvrienden Léo (Dambrine) en Rémi (Gustav De Waele). Ze wonen op het Belgische platteland en zijn nagenoeg onafscheidelijk, als yin en yang. Met de overgang naar de middelbare school komt hun vriendschap echter zwaar onder druk te staan. Hun innige band krijgt namelijk een etiket opgeplakt waar vooral Léo zich ongemakkelijk bij voelt.

Lukas Dhont heeft een gelukkige hand wat betreft casting. In 2018 maakte de wereld kennis met de toen 16-jarige Victor Polster in de rol van Lara, die in Girl schittert als een meisje dat carrière wil maken als ballerina. Het was Polsters acteerdebuut in een film die de hele wereld over ging. Met de selectie van Eden Dambrine schiet Dhont opnieuw in de roos. Waar de trein al niet goed voor is, want het was daar dat Dhont Dambrine ontmoette. Of hij oren had naar een filmauditie, luidde de vraag aan Dambrine. Een juichend ‘ja!’ was zijn antwoord.

Het was eventjes geleden dat ik met vochtige oogjes de bioscoopzaal verliet; Close heeft de ban gebroken. Wat een ontroerende film. De thematiek kent twee dimensies. Ten eerste is er de buitenste (of fysieke) laag, dus wat je waarneemt: Close is de verwijdering tussen twee met elkaar verstrengelde zielen. De directe aanleiding is de sociale druk, het verdict van de omgeving. Terwijl op de basisschool geen onderscheid wordt gemaakt tussen meisjes en jongens (de seksen zijn er nog niet gebonden aan een ‘gedragscode’), ligt dat een trapje hoger wel anders.

Fysiek contact tussen meisjes? Daar maakt niemand een punt van. Maar als jongens dat doen? Als die elkaar openlijk aanraken, hun hoofd in de schoot of de nek van de ander leggen? Voor Léo en Rémi is het de normaalste zaak van de wereld, thuis en op school. Ze slapen zelfs in hetzelfde bed. Geen gêne. Totdat een meisje op school merkt hoe close ze zijn en in het bijzijn van vriendinnen Léo daar een beetje lacherig op aanspreekt. “Zijn jullie een stel?” Die schijnbaar onschuldige vraag is het breekpunt in Close; erna is niets meer hetzelfde.

Als door een wesp gestoken neemt Léo na het incident afstand van Rémi. Eerst voorzichtig, later meer uitgesproken. Hun gespreksstof droogt op; waar ze eerst alles bespraken, wordt er nu steeds minder uitgewisseld. In de beginscène rennen de twee nog samen gierend door de bloemenvelden, na het incident lopen ze zwijgzaam zij aan zij. Léo fietst plots alleen naar school, op het schoolplein zijn ze niet langer die vertrouwde tandem. Een stoeipartij mondt bijna uit in vechten. “Slaap in je eigen bed!” commandeert Léo Rémi.

De intense (ziele)pijn als gevolg van de verwijdering is bij Rémi van top tot teen af te lezen. Ongeloof, verdriet, wanhoop. Wat is er met mijn beste vriend aan de hand? Ook Gustav De Waele, pas 14 lentes jong, levert een sublieme vertolking af als de gevoelige Rémi. De jongen die hobo speelt en hoofdzakelijk de vrouwelijke energie draagt. Rémi is porselein. Hij is introvert, trekt zich terug bij afwijzing. Rémi is ‘yin’, waar Léo meer ‘yang’ is. Léo is naar buiten gericht, levelt makkelijk met anderen. Is verbaal sterker dan Rémi en doet aan voetbal en ijshockey.

De mannelijke energie die het verlies onder ogen moet zien, daar gaat de tweede helft van Close over. Op een dag komt Rémi namelijk niet opdagen voor een schoolreisje. Het meeslepende drama dat Close dan al is, wordt hierna nog beter met de entree van Émilie Dequenne als Sophie, de lieve moeder van Rémi. Léo zit met vragen en zoekt daarom steeds vaker Sophie op. Dequenne, ook zij is indrukwekkend, toont zich in Close vervolgens een vrouw wier compassie prevaleert boven haar eigen pijn. Het stelt Léo in staat om af te rekenen met gevoelens van schuld.

Zijn catharsis krijgt haar beslag in het bos, in een scène waarbij de emoties Sophie, Léo én mij door de keel gieren. Léo in de armen van Sophie, beiden snikkend. De mannelijke helft van de twee-eenheid Léo-Rémi geeft zich over en vindt zo troost en vergeving via nota bene de moeder van zijn vrouwelijke ‘wederhelft’. De fysieke laag in Close is prachtig verbeeld, maar het is de niet-fysieke dimensie eronder, de dynamiek tussen het mannelijke en het vrouwelijke, die Dhonts Close tot veel méér dan een invoelbaar tienerdrama maakt.