Regie: J.C. Chandor | Duur: 106 minuten | Taal: Engels | Kijkwijzer: 12 jaar
Stilte spreekt klare taal in de film All Is Lost. Weliswaar vormt een gesproken mea culpa van hoofdrolspeler Robert Redford de ouverture van de film, maar daarmee is de koek direct zo goed als op. Geen dialogen, geen monologen. Niet zo vreemd, aangezien de kijker de acteur volgt in een rake onemanshow waarin stilte de woordvoerder is.
Solozeiler Redford ontwaakt midden in de Indische Oceaan op zijn boot die water maakt na een aanvaring met een verloren container. Zijn zwaar beschadigde vehikel, een slinkend voedselrantsoen en rauwe condities op zee doen zijn overlevingskansen met de minuut slinken.
Hoe penibel zijn situatie ook, de doorgewinterde Redford weert zich kranig. Het gaat niet zozeer om wat hij doet ten einde het hoofd boven water te houden. De film overtuigt vooral door het hoe. Redford excelleert als een man die zich niet laat meeslepen door emotie. Zijn charisma ondervangt het gebrek aan gesproken woord op voortreffelijke wijze. Behoudens een eenmalig en luidkeels ‘fuck’, vaart regisseur Chandor blind op een mimiek die boekdelen spreekt. Waar Tom Hanks in Cast Away (2000) nog ‘gered’ wordt door volleybal Wilson, behoeft deze ambassadeur van het stoïcisme geen enkele hulplijn. De afwezigheid van emotionele uitspattingen werkt de interne focalisatie in de hand en laat geen andere keuze dan je te identificeren. Gelukkig gaat de identificatie niet ten onder aan sentimentaliteit of andere stoorzenders.
Het geweldige camerawerk vormt misschien wel het beste ingrediënt van de film. De kijker wordt getrakteerd op prachtige shots, zowel boven als onder de zeespiegel. Tel daarbij op dat de ingehouden muziek van grote schoonheid is; wedden dat u even slikt wanneer Amen van Alexander Ebert de eindtitels vergezelt?
All Is Lost is niet alleen een waarheidsgetrouwe prent over man die weigert te capituleren voor het onvermijdelijke, maar veel meer de overtuigende optekening van een innerlijk gevecht.